Bedenk en raad woorden, maak zelf woorden en zinnen (af) en maak lange woordenslangen. Zo oefenen kinderen alleen of met z’n tweeën spelenderwijs met taal.

Wie verzint de meeste woorden met de gegooide beginletter? Of wie maakt de meeste zinnen binnen de zandlopertijd? De punten hou je bij op de puntenkaart. Doordat de stiften uitwisbaar zijn, kunnen de taalspelletjes eindeloos gespeeld worden. Elk spel wordt op twee niveaus aangeboden, zodat kinderen van verschillende leeftijden met elkaar kunnen spelen.